Photo de l'auteur

Jean Ray (1887–1964)

Auteur de Malpertuis

316+ oeuvres 1,474 utilisateurs 34 critiques 13 Favoris
Il y a 1 discussion ouverte sur cet auteur. Voir maintenant.

A propos de l'auteur

Notice de désambiguation :

(eng) Jean Ray and John Flanders are pseudonyms of the Belgian writer, Raymond Jean De Kremer.  Because there is at least one other author represented on LibraryThing whose real name is John Flanders, do not combine the two pages.

Séries

Œuvres de Jean Ray

Malpertuis (1943) 371 exemplaires
Les contes du whisky (1965) 71 exemplaires
Le Grand Nocturne (1984) 57 exemplaires
Ghouls in My Grave (1965) 39 exemplaires
Circles of Dread (2020) 28 exemplaires
La cité de l'indicible peur (1943) 24 exemplaires
My Own Private Spectres (1999) 18 exemplaires
Harry Dickson 1 (1966) 17 exemplaires
Le carrousel des maléfices (1964) 14 exemplaires
Les contes noirs du golf (1964) 13 exemplaires
La Terrible Nuit du zoo, suivi de "Messire" (1999) — Auteur — 12 exemplaires
Les derniers contes de canterbury (1963) 12 exemplaires
Les étoiles de la mort (1999) 10 exemplaires
Le Livre des Fantômes (1952) 10 exemplaires
Le Monstre de Borough (1974) 8 exemplaires
Relatos de hombres lobos y otra (1997) — Contributeur — 8 exemplaires
Harry Dickson 3 (1980) 8 exemplaires
Das Storchenhaus (1989) 8 exemplaires
Harry Dickson 5 (1967) 7 exemplaires
Spoken op de ruwe heide (1978) 7 exemplaires
Contes d'horreur et d'aventures (1972) 7 exemplaires
Le lit du diable (1972) 7 exemplaires
Le Fauteuil 27 (1999) 7 exemplaires
El camino de los dioses (1934) 7 exemplaires
The Mainz Psalter (1997) 6 exemplaires
The Shadowy Street (1972) 6 exemplaires
Les Cercles de l'épouvante (1978) 6 exemplaires
El canto del vampiro (1934) 5 exemplaires
La terrible noche del zoo (1937) 5 exemplaires
Over folklore (1984) 5 exemplaires
Harry dickson intégrale 4 (2001) 5 exemplaires
Han matado a Parkinson (1938) 5 exemplaires
Los enigmas de la inscripción (1937) 5 exemplaires
De avonturen van Edmund Bell (1983) 5 exemplaires
Dat was een tijd ! 5 exemplaires
Los espectros verdugos (1933) 4 exemplaires
La venganza de las siete siglas (1936) 4 exemplaires
La Gerbe Noire (1984) 4 exemplaires
Les contes du whisky (2019) 4 exemplaires
La Malédiction de Machrood (1984) 4 exemplaires
Griezelen 4 exemplaires
Fabricas De Muerte (1938) 4 exemplaires
Oeuvres choisies (2001) 4 exemplaires
EL JARDIN DE LAS FURIAS (1933) 4 exemplaires
Speurders in actie (1978) 4 exemplaires
Carland, 01: De golem (1991) 4 exemplaires
Het avontuur van Missy 3 exemplaires
La cabeza de dos centavos (1937) 3 exemplaires
Harry Dickson 4 (2007) 3 exemplaires
El pulpo negro (1933) 3 exemplaires
L'Île de la terreur (1973) 3 exemplaires
Harry Dickson L'intégrale Tome 3 (1970) 3 exemplaires
Geierstein (1987) 3 exemplaires
LA CASA DE LAS ALUCINACIONES (1934) 3 exemplaires
Harry Dickson 2 (1999) 3 exemplaires
Geheimen van het Noorden (1987) 3 exemplaires
La ametralladora Musgrave (1936) 3 exemplaires
De zwarte schaduw (1990) 3 exemplaires
Gejaagd door de angst 3 exemplaires
Le Carrousel des maléfices (2020) 3 exemplaires
OBRAS ESCOGIDAS 3 exemplaires
El vampiro de los ojos rojos (1933) 3 exemplaires
La Vallée du sommeil 2 exemplaires
Het slot van de havik 2 exemplaires
De weerwolf in de sneeuw (1993) 2 exemplaires
LA BRUME VERTE. (1985) 2 exemplaires
De vijf blauwe huizen 2 exemplaires
VISIONS NOCTURNES. (1984) 2 exemplaires
La neuvaine d'épouvante. (1970) 2 exemplaires
Detours from Muleshoe (2005) 2 exemplaires
Harry Dickson 6 (1968) 2 exemplaires
Visages et choses crépusculaires (1982) 2 exemplaires
La isla del señor Rocamir (1934) 2 exemplaires
EL MISTERIO DE LOS SIETE LOCOS (1933) 2 exemplaires
El castigo de los Foyle (1973) 2 exemplaires
La nef des bourreaux (1987) 2 exemplaires
Jack de minuit (1996) 2 exemplaires
El tribunal del terror 2 exemplaires
L'oasis du rêve (1963) 2 exemplaires
Harry dickson intégrale 5 (2001) 2 exemplaires
Het zwarte eiland 1 exemplaire
Het vervloekte land 1 exemplaire
Het slapende dal 1 exemplaire
Sint-Ambrosiusnacht 1 exemplaire
Oeuvres completes tome 3. (1964) 1 exemplaire
Fiction spécial Jean Ray. (1964) 1 exemplaire
El tirador misterioso 1 exemplaire
Tempest, de gevreesde 1 exemplaire
La griffe du diable 1 exemplaire
Omnibus (1983) 1 exemplaire
John Flanders omnibus 1 exemplaire
L'OMBRE ROUGE (1992) 1 exemplaire
Het monster van Borough (1984) 1 exemplaire
L'Île noire (2005) 1 exemplaire
Harry Dickson, n° 6 1 exemplaire
Visions infernales (1984) 1 exemplaire
Op bange wegen 1 exemplaire
De jonge straatrover 1 exemplaire
De zingende vallei 1 exemplaire
Harry Dickson 1 exemplaire
In de lange poolnacht 1 exemplaire
Harry dickson t. 3 (1967) 1 exemplaire
Le secret des sargasses — Auteur — 1 exemplaire
Harry Dickson 7 1 exemplaire
Harry Dickson 9 1 exemplaire
Harry Dickson 13 1 exemplaire
Harry Dickson 12 (1971) 1 exemplaire
Los terroríficos (1973) 1 exemplaire
El sabio invisible (1973) 1 exemplaire
Le Gardien du cimetière (2018) 1 exemplaire
Harry Dickson 1 (1966) 1 exemplaire
Harry dickson. tome 6 (1968) 1 exemplaire
El baile de los horrores (1973) 1 exemplaire
La piedra lunar (1933) 1 exemplaire
EL ASIENTO NÚMERO 27 (1973) 1 exemplaire
Estrella de siete puntas, la (1973) 1 exemplaire
LOS OJOS DE LA LUNA 1 exemplaire
El templo de hierro (1973) 1 exemplaire
Pánico sobre Londres (1973) 1 exemplaire
Las aguas infernales (1972) 1 exemplaire
El fantasma del judío errante (1934) 1 exemplaire
Bizarre verhalen (2023) 1 exemplaire
Bonne soirée 1 exemplaire
2: I racconti del whisky (2013) 1 exemplaire
La resurreccion de la Gorgona (1937) 1 exemplaire

Oeuvres associées

The Weird: A Compendium of Strange and Dark Stories (2011) — Contributeur — 823 exemplaires
Ghosts: A Treasury of Chilling Tales Old & New (1981) — Contributeur — 335 exemplaires
Witches & Warlocks: Tales of Black Magic, Old & New (1991) — Contributeur — 284 exemplaires
Don't Open This Book! (1998) — Contributeur — 203 exemplaires
100 Wild Little Weird Tales (1994) — Contributeur — 187 exemplaires
Foundations of Fear (1992) — Contributeur — 98 exemplaires
The Century's Best Horror Fiction: Volume 2 (2011) — Contributeur — 46 exemplaires
Shadows of Fear (1994) — Contributeur — 43 exemplaires
Les cent ans de dracula - 8 histoires de vampires de goethe a (1999) — Contributeur — 37 exemplaires
Vestenfor måne : 56 fantastiske fortellinger fra hele verden (1972) — Contributeur — 16 exemplaires
De rode schaduw (1989) 6 exemplaires
Bifrost n°87 - Special Jean Ray (2017) — Contributeur — 5 exemplaires
Das Lächeln am Abgrund. Phantastische Geschichten aus Frankreich. (1982) — Contributeur, quelques éditions4 exemplaires
夢見る妖虫たち―妖異繚乱 (1994) — Contributeur — 1 exemplaire
小説幻妖 壱 (1) 新春 妖女コレクシオン — Contributeur — 1 exemplaire
架空の町 (書物の王国) (1997) — Contributeur — 1 exemplaire
幻想の坩堝 — Contributeur — 1 exemplaire

Étiqueté

Partage des connaissances

Nom légal
De Kremer, Raymond
Autres noms
Flanders, John
Date de naissance
1887-07-08
Date de décès
1964-09-17
Lieu de sépulture
Gand (dans le cimetière de Westerbegraafplaats)
Sexe
male
Nationalité
Belgique
Lieu de naissance
Gent, Oost-Vlaanderen, België
Lieu du décès
Gent, Oost-Vlaanderen, België
Lieux de résidence
Ghent, Belgium (birthplace)
Professions
writer
Relations
Anseele, Edward (oom)
Courte biographie
Overgenomen uit:

Bernauw, Patrick, (1995) De Mythe van de Rechtvaardige Rechters

Raymond Jean-Marie De Kremer werd op 8 juli 1887 geboren te Gent, als de zoon van een spoorbeambte, werkzaam in de Gentse haven, en van een onderwijzeres. Zijn moeder was niemand minder dan Marie-Thérèse Anseele, de zuster van de beroemde socialistische voorman Edward Anseele. Het gezin betrok een herenhuis in de Ham, een lange donkere straat in de wijk Sint Jacob. De opvoeding van Raymond en zijn drie jaar oudere zus Elvire werd toevertrouwd aan het bijgelovige dienstmeisje Elodie, die de kwajongen allerlei spannende en fascinerende verhalen vertelde, over de Duivel, om maar iemand te noemen.
De belhamel Raymond wordt de schrik van alle leerkrachten, tot hij in de klas van Michel Thiery terechtkomt - zijn zoon zal later bekendheid verwerven als schrijver onder het pseudoniem Johan Daisne -, waar hij diep getroffen wordt door de zachtmoedigheid en eruditie van deze 'meester'. Via zijn onderwijzers leert de kleine Raymond de bibliotheek van het Willemsfonds kennen en de werken van Karl May en Hendrik Conscience. Na schooltijd zwerft hij met zijn kameraden door de donkere en sinistere stegen van de Ham, die door hun verbeelding bevolkt worden met heksen en watergeesten. Het speelterrein van de wilde bende strekt zich uit van de Vrijdagmarkt tot de dokken, waar ze naar de namen van aangemeerde schepen raden. Ze luisteren naar de spookverhalen die van mond tot mond gaan, bezoeken het marionettentheater van Tone Antroes of verslinden 'zantjeswale', de vroege voorlopers van de stripverhalen.
In 1901 wordt Raymond door zijn ouders naar de Rijksmiddelbare School in het Waalse Pecq gestuurd, om er zijn kennis van het Frans bij te spijkeren. Heimwee, eenzaamheid en verveling doen hem vluchten in zijn eigen verbeelding. Twee jaar later behaalt hij het getuigschrift voor het derde jaar middelbaar onderwijs en in 1903 volgt hij de lessen aan het Koninklijk Atheneum van de Ottogracht te Gent, waar hij een eerste prijs Nederlands en lichamelijke opvoeding behaalt. Op zeventienjarige leeftijd publiceert hij zijn eerste griezelverhalen in een Vlaams studententijdschrift, maar op aandringen van zijn omgeving geeft hij het studeren aan de Rijksnormaalschool voorrang op het schrijven. Daar zakt hij echter tot twee maal toe, zodat hij weer tijd krijgt om te schrijven. In de almanak van de Gentse vrijzinnige studentenvereniging 't Zal wel gaan publiceert hij gedichten en een verhaal. Als het grote succes uitblijft, besluit hij zijn geluk te beproeven in Parijs, maar ook de lichtstad zal hij ontgoocheld de rug toekeren.
Dan komt Raymond De Kremer in contact met het Gentse theatermilieu, begint hij liedjesteksten te schrijven en leert hij tijdens de première van een revue de Brusselse actrice Nini Balta kennen, alias Virginie Bal. Zij sterkt hem in de overtuiging dat een schrijver in hem woont, maar de familie Anseele - zijn oom Edward zetelt in de Gentse gemeenteraad - dringt hem een baan bij het stadsbestuur op. Telkens Raymond De Kremer een doktersattest aflevert op kantoor, mag je er donder op zeggen dat één van de revues van Jean Ray in première gaat, het pseudoniem van de jonge Gentenaar heeft gekozen.
In 1912 trouwt de vierentwintigjarige auteur met de vier jaar oudere revuester en gaan zij wonen aan de Zondernaamstraat te Gent. Jean Ray krijgt enkele vaste kronieken in een maandblad en wanneer Gent in 1913 internationale belangstelling geniet voor de organisatie van de wereldtentoonstelling en de daarmee gepaard gaande financiële kater, is dat een dankbaar onderwerp voor weer een nieuwe revue. In dat jaar krijgen Raymond en Virginie ook een dochtertje: Lucienne, die Lulu zal genoemd worden.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wordt Raymond opgeroepen als korporaal bij de Burgerwacht en raakt hij gewond. Tijdens de bezetting wordt hij tewerkgesteld in het Expeditiebureau van de stad en bij de Dienst Opeisingen, waar hij logies moet zoeken voor Duitse officieren. Zijn vader sterft na een langdurige ziekte en wegens de oorlogsomstandigheden schrijft hij slechts twee revues, die allebei worden opgevoerd in de Minardschouwburg. Na de Wapenstilstand kent Pinnen af!, waarvoor Henri Van Daele de muziek schrijft, een enorm succes: verscheidene vertoningen in de Minard, meer dan 500 voorstellingen in de belangrijkste Belgische steden.
Het tweetal, soms bijgestaan door Nini Balta, gaat nog een tijdje op hetzelfde élan door, maar dan meent Raymond De Kremer - niet geheel ten onrechte - dat de nog jonge filmkunst het medium van de toekomst is en gaat hij een tweetalig filmtijdschrift uitgeven. Hij zegt zijn baan bij het Gentse stadsbestuur op, gebruikt de advertentieruimte van zijn filmblad om publiciteit te maken voor zijn theaterstukken en publiceert enige verhalen in zijn eigen Ciné en in een paar andere bladen. Na nauwelijks een half jaar wordt het filmtijdschrift echter opgedoekt, omdat de publieke belangstelling ondermaats blijkt.
De bekende Gentenaar Jean Ray gaat nu werken bij de Gentse wisselagent August Van den Bogaerde en wordt ook redacteur van het liberale dagblad Journal de Gand - Echo des Flandres, waarin hij benevens een theaterrubriek en een 'chronique fantaisiste' literatuurrecensies pleegt en zijn eigen verhalen publiceert. Wanneer de krant van de markt wordt gehaald, zal hij ongeveer hetzelfde doen in het tweemaandelijks tijdschrift van dezelfde eigenaar, L'Ami du Livre. In 1925 verschijnt zijn eerste verhalenbundel, Les Contes du Whisky, bij een Brusselse uitgeverij. Het boek wordt dadelijk enthousiast ontvangen.
Op literair en financieel gebied gaat het Raymond De Kremer voor de wind. Hij huurt regelmatig een automobiel met chauffeur, organiseert picknicks voor de familie Anseele en jachtpartijen voor de vrienden, verblijft tijdens de weekends bij voorkeur met zijn gezin aan het Noordzeestrand en haalt uit de stoere verhalen van de vissers die hij daar treft inspiratie voor steeds nieuwe verhalen. Maar drie jaar voor de beruchte crach van Wall Street en het begin van de economische recessie, komt er voor Jean Ray een einde aan het sprookje.
Samen met wisselagent Van den Bogaerde wordt hij aangehouden, op verdenking van misbruik van vertrouwen. Zij zouden grote geldsommen van cliënten achterover hebben gedrukt. Gedurende de hele maand maart van het jaar 1926 gonst het in Gent van de geruchten over de omvang van de fraude en de wijze waarop het geld zou zijn beseed. De kranten maken zelfs gewag van alcoholsmokkel, door Jean Ray georganiseerd, van Europa naar de Verenigde Staten, in het kader van de Drooglegging. Het gezin verhuist naar een kleine woning aan de Albertkaai en om de eindjes aan elkaar te knopen, moet de actrice Nini Balta gaan werken als naaister.
Op 10 januari 1927 komt het proces Van den Bogaerde versus Raymond De Kremer voor de correctionele rechtbank van Gent. Volgens de openbare aanklager is Jean Ray een sluwe zwendelaar die de naam van zijn oom, minister Anseele, heeft misbruikt om het vertrouwen te winnen van goedgelovige, welgestelde burgers, en hun spaarcenten - driekwart miljoen frank - te beleggen in frivole uitstapjes. Op 20 januari 1927 wordt Raymond De Kremer veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van zes jaar en zes maanden en een boete van 1350 frank; zijn werkgever krijgt een straf van vijf jaar en een boete van 300 frank. De precieze toedracht van de feiten is nooit erg duidelijk geweest, maar één ding staat vast: Jean Ray is een gebroken man.
Zoals weleer in tijden van eenzaamheid, zoekt hij zijn toevlucht in de fantasie en de literatuur. In zijn cel schrijft hij enkele van zijn beste verhalen, die later voor het grootste deel zullen verschijnen in La Revue Belge, onder een ander pseudoniem evenwel, want de naam Jean Ray is voorlopig verbrand. Raymond De Kremer kiest voor John Flanders, naar de heldin Moll Flanders uit de gelijknamige roman van Daniel Defoe. Onder de schuilnaam John Flanders publiceert hij ook in het weekblad Ons Land, dat niet op de hoogte is van de ware identiteit van de auteur.
Op 1 februari 1929 wordt Raymond De Kremer vervroegd vrijgelaten. Zijn losse bijdragen voor beide bladen leveren niet genoeg geld op, zodat hij genoodzaakt wordt contact te zoeken met uitgeverijen die reeksen publiceren. Vanaf 1931 begint John Flanders mee te werken aan de jeugdreeks Vlaamsche Filmkens van de Goede Pers te Averbode; in totaal zal hij in deze serie 'van de paters' 150 verhalen publiceren. Tegelijk begint John Flanders voor een Amsterdamse uitgever de avonturen van Harry Dickson, de Amerikaanse Sherlock Holmes te vertalen in het Frans. Uiteindelijk zal hij de verhalen echter helemaal zelf gaan schrijven, aangezien hij de oorspronkelijke stukken niet zo best vindt. Voor de uitgever is dit in orde, als hij maar rekening houdt met de kaftillustraties van Alfred Raloff. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt deze reeks na 178 nummers stopgezet.
Eind 1931 durft John Flanders het opnieuw aan onder zijn oorspronkelijke pseudoniem een verhalenbundel te publiceren: La Croisière des Ombres bevat enige van zijn beste verhalen, voor het grootste deel ontstaan tijdens zijn verblijf in de cel. Het nieuwe boek van Jean Ray wordt door de pers en het publiek echter straal genegeerd.
Vanaf 1933 begint Raymond De Kremer opnieuw te werken voor een paar kranten. In het Gentse katholieke dagblad Le Bien Public schrijft hij over het dagelijkse leven in de stad, over zijn jeugdherinneringen en over dramatische gebeurtenissen als de dood van koning Albert I, in februari 1934. In dat jaar kan hij ook aan de slag als reporter voor de regio Gent bij het 'onpartijdige morgenblad in woord en beeld', De Dag. Daarin schrijft hij niet alleen nostalgische artikels neer over het Gent van rond de eeuwwisseling, maar wordt hij de specialist van de sensationele berichtgeving, met onder meer zijn verslagen van enkele opzienbarende moordzaken... en zijn reeks reportages over de roof van de Rechtvaardige Rechters uit de Sint Baafs. John Flanders zal aan De Dag verbonden blijven tot 1943, wanneer het blad in een steeds duidelijker collaborerend vaarwater verzeild geraakt.
In de jaren dertig kent John Flanders successen in het buitenland met de publikatie van verhalen in Amerikaanse tijdschriften als Weird Tales en Terror Tales, maar voor het jeugdige publiek in België is hij stilaan een begrip geworden. Hij begint nu ook verhalen te leveren voor de Franstalige tegenhanger van de Vlaamsche Filmkens en publiceert een eerste avonturenroman voor de jeugd: de klassieker Spoken op de ruwe heide uit 1935. Zijn eerste Franstalige jeugdroman verschijnt het jaar nadien.
In 1936 staat hij aan de wieg van het Vlaamse jeugdtijdschrift Bravo!, dat naast Amerikaanse strips als Felix de kat of Stormer Gordon ook ontelbare bijdragen zal brengen van tientallen schuilnamen, waarachter steeds weer Raymond De Kremer verborgen gaat. Samen met de bekende Vlaamse expressionist Frits Van den Berghe verzorgt John Flanders een stipversie van Edmund Bell, de jonge detective. In die periode krijgt hij ook een aantal zware emotionele klappen te verwerken: de dood van zijn moeder, van zijn vriend Frits Van den Berghe en ten slotte ook van zijn zus Elvire, in 1939. Het enige lichtpunt in die dagen is de hereniging met zijn gezin, waarmee hij na zijn arrestatie nog slechts sporadisch contact heeft gehad.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakt John Flanders/Jean Ray deel uit van het Brusselse schrijverscollectief annex uitgeverij Les Auteurs Associés. Hij besluit opnieuw zijn oude pseudoniem te hanteren en publiceert bij het collectief de bundels Le Grand Nocturne, Les Cercles de l'épouvante en Les Derniers contes de Canterbury. Bij dezelfde uitgeverij verschijnt ook de roman La Cité de l'indicible peur en zijn meesterwerk, dat algemeen wordt beschouwd als een hoogtepunt in de internationale fantastische literatuur, de roman Malpertuis (1943). Op dat ogenblik blijft erkenning echter nog uit.
Na de oorlog introduceert Averbode de naam John Flanders in de kindertijdschriften Zonneland en Petits Belges, waarvoor hij korte verhalen, feuilletons en stripscenario's schrijft. Tegelijk publiceert hij bij deze uitgeverij enkele jeugdromans, waaronder de klassieker Geheimen van het noorden uit 1948. In die periode werkt John Flanders ook mee aan de jeugdbladen Kuifje (Tintin), Mickey Magazine, 't Kapoentje, Ons Volkske en Pat. De kranten Het Volk en De Nieuwe Gids zijn eveneens gretige afnemers van zijn verhalen en artikels.
Een eerste stap naar internationale erkenning voor zijn werk, wordt gezet door de Franse cineast Roland Stragliati, die na een mislukte poging om La Cité de l'indicible peur te verfilmen, het werk van Jean Ray onder de aandacht brengt van de Franse tijdschriften Mystère Magazine en Fiction. Op die manier belandt de roman Malpertuis ten slotte bij de Parijse uitgever Denoël, die een herdruk van dit meesterwerk brengt in 1955. Het literaire succes wordt overschaduwd door de dood van zijn echtgenote Virginie Bal, maar daarna staat er voor Jean Ray geen maat meer op de roem in Frankrijk.
Het blad Audace bekroont één van zijn verhalen als het beste van het jaar 1956, interviews op radio en televisie volgen elkaar op, in 1961 verschijnt Les 25 meilleures historires noires et fantastiques van Jean Ray bij de Franse uitgeverij Gérard, die onder meer ook Malpertuis opnieuw op de markt brengt. Met de hulp van Jean Ray krijgt zijn vriend, de toneelauteur Michel de Ghelderode, literair eerherstel. In 1963 wordt aan Jean Ray Le Prix des Bouquinistes toegekend te Parijs en enige tijd later verschijnt bij Robert Laffont het eerste deel van zijn Oeuvres complètes. In eigen land wordt Jean Ray nu ook gevierd door diverse verenigingen en door een opvoering van het Ballert van de Twintigste Eeuw, gebaseerd op een verhaal van Jean Ray, in de Koninklijke Muntschouwburg.
Op dat ogenblik is de auteur echter al ernstig ziek. Hij overlijdt op 17 september 1964 te Gent. Zijn omvangrijke werk onder diverse pseudoniemen wordt na zijn dood door verschillende uitgeverijen gepubliceerd, herdrukt en vertaald in het Spaans, Italiaans, Portugees, Duits en Engels. Striptekenaars creëren hun versie van Harry Dickson en Edmund Bell; filmregisseurs laten zich inspireren door zijn boeken: Jean-Pierre Mocky door La Cité de l'indicible peur en Harry Kümel door Malpertuis (1972)...

---
Notice de désambigüisation
Jean Ray and John Flanders are pseudonyms of the Belgian writer, Raymond Jean De Kremer.  Because there is at least one other author represented on LibraryThing whose real name is John Flanders, do not combine the two pages.

Membres

Discussions

THE DEEP ONES: "The Mainz Psalter" by Jean Ray à The Weird Tradition (Juin 2023)

Critiques

Un fantastique de la vieille Europe (et même francophone !) Une histoire ni trop claire ni trop obscure, racontée de façon juste assez chaotique. Et efficace. J'avais été impressionné par le film il y a longtemps, le livre ne m'a pas déçu.
 
Signalé
domp | 8 autres critiques | Dec 9, 2023 |
(Review in English here)

Jean Ray écrivait des histoires de weird fiction pour des enfants dans les années 30 et 40. Et c’est pour ça que cette collection ne m’a pas trop plu: les orphelins héros sont trop innocents, les méchants sont uniformément moches et gros, et les intrigues finissent d’un seul coup.

Aujourd’hui, dans la 21ième siècle, ces histoires n’ont pas bien vieillies. Les littératures de la fantastique et de l’horreur ont trop évoluées à travers des décennies, et les contes de Ray sont à présent trop simples, trop aisées. Dommage… (plus d'informations)
 
Signalé
Petroglyph | Aug 25, 2019 |
Certaines histoire de Jean Ray avaient été re-éditées avec la collection Librio, mais ici, la collection publiée par la Librairie des Champs-Elysées correspond plus à une anthologie. Il faut surtout replacer les histoires en contexte, car les histoires ont été créés à partir de 1932, donc attendez-vous à un antisémitisme flagrant, à certaines valeurs bourgoises (contre les travailleurs de base qui seraient presque soupçonnés de vouloir une 'augmentation') et à un nationalisme exacerbé! Sinon, les histoires en elles-mêmes sont un croisement entre Sherlock Holmes et Allan Poe (pour le fantastique dans la Rue Morgue, par exemple). Certaines, pour l'époque, étaient franchement osées au niveau de l'horreur, comme l'histoire des 'Vengeurs du Diable', où la torture à petit feu est décrite de façon plutôt réaliste. Bref, ces histoires désuètes ne manque pas d'intérêt au niveau du fantastique, si ce n'est pas pour les autres thèmes, et en cela, je dirais que Jean Ray se rapproche de Lovecraft. A lire, mais avec une certaine distance par rapport à ce que j'ai mentioné ci-dessus.… (plus d'informations)
 
Signalé
soniaandree | Apr 4, 2013 |
depuis longtemps, je cherchais une nouvelle lue dans les années 60, où le rose n'était pas cette douce couleur et je pense que c'est l'un de ces contes
 
Signalé
guydebordas | Jul 17, 2012 |

Listes

Prix et récompenses

Vous aimerez peut-être aussi

Auteurs associés

Statistiques

Œuvres
316
Aussi par
19
Membres
1,474
Popularité
#17,429
Évaluation
3.8
Critiques
34
ISBN
213
Langues
8
Favoris
13

Tableaux et graphiques