AccueilGroupesDiscussionsPlusTendances
Site de recherche
Ce site utilise des cookies pour fournir nos services, optimiser les performances, pour les analyses, et (si vous n'êtes pas connecté) pour les publicités. En utilisant Librarything, vous reconnaissez avoir lu et compris nos conditions générales d'utilisation et de services. Votre utilisation du site et de ses services vaut acceptation de ces conditions et termes.

Résultats trouvés sur Google Books

Cliquer sur une vignette pour aller sur Google Books.

Chargement...

Jezus en de vijfde evangelist

par Fik Meijer

MembresCritiquesPopularitéÉvaluation moyenneDiscussions
552474,877 (3.5)Aucun
Aucun
Chargement...

Inscrivez-vous à LibraryThing pour découvrir si vous aimerez ce livre

Actuellement, il n'y a pas de discussions au sujet de ce livre.

Conservatieve bijbelgeleerden stellen Josephus graag voor als het vijfde wiel aan de ‘evangeliewagen’, en met zijn titel plaatst Fik Meijer zich al dadelijk in hun kamp.

Aan het begin van zijn boek speelt Meijer meteen de man door Josephus bij herhaling als een bijzonder egocentrisch iemand voor te stellen. Ook wordt zijn gevangenneming door de Romeinen, gevolgd door twee jaar geketende krijgsgevangenschap, zonder enige nuance als overlopen bestempeld.
Verderop schetst Meijer de geschiedenis van de Joden vanaf de tweede eeuw voor Christus, en dan is die zelfingenomen Josephus plots nagenoeg zijn enige informatiebron, in zoverre zelfs dat je de tekst van Josephus bij herhaling bijna letterlijk ziet doorschemeren in Meijers tekst.
Aan het einde van het eerste deel maakt Meijer een heel onkritische uitschuiver door Romeinen 13:1-2 te citeren als illustratie van de trouw van de christenen aan het Romeinse gezag. Als Meijer zijn huiswerk een beetje ernstig gemaakt had, zou hij weten dat dit fragment door vele historici en bijbelkenners als een interpolatie beschouwd wordt omdat het in tegenspraak is met de talloze verhulde anti-Romeinse boodschappen in Paulus’ brieven.

In het tweede deel van dit boek bespreekt Meijer het leven van Jezus, en ook hier loopt Meijer onkritisch op het conservatief-christelijke pad, en overbrugt daarbij lacunes of tegenstrijdigheden met zijn fantasie. Bij herhaling overviel me het onprettige gevoel dat ik niet een boek van een historicus aan het lezen was maar dat van een predikant.
Het problematische Testimonium – de getuigenis over Jezus die voorkomt bij Josephus – beschouwt Meijer na wat wikken en wegen als authentiek, mijns inziens tegen alle evidentie in, maar hier vermeldt hij tenminste nog de verschillende posities (vals / deels authentiek / authentiek). Maar dat hij het fragment bij Tacitus over de vermeende vervolging van christenen in Rome na de brand van het jaar 64 als waarheid citeert zonder ook maar één woord te wijden aan de talloze problemen die deze tekst oproept en die hem voor vele kenners tot een vervalsing maakt, tart alle verbeelding.
Ook situeert hij het ontstaan van het Marcusevangelie kort voor het jaar 70, maar wie Marcus hoofdstuk 13 naast de overeenkomstige hoofdstukken bij Lucas en Mattheus houdt én naast Josephus’ verslag over de oorlog van de Joden tegen de Romeinen, ziet dat in dit hoofdstuk – weliswaar in verhulde bewoordingen – niet alleen de bedreiging van Jeruzalem door de oprukkende Romeinen beschreven wordt maar eveneens de burgeroorlog van de jaren 68-69, de ontheiliging van de Tempel door Titus en zijn troepen, én de verwoesting van de Tempel (‘de catastrofe’) met de bijhorende gigantische rookontwikkeling. Dit evangelie kan niet voor 70 geschreven zijn omdat de dramatische gebeurtenissen van dat jaar erin beschreven worden.

In het ontstaan van het Christendom zijn er twee huizenhoge chronologische problemen die in de traditionele bijbelgeleerdheid nog nooit een afdoende verklaring gekregen hebben: het feit dat Paulus niets weet over Jezus (zijn afkomst, zijn regio, zijn uitspraken, zijn spectaculaire daden) ook al trad hij slechts enkele jaren na diens dood toe tot de beweging, en het feit dat het eerste evangelie pas 40 jaar na de feiten geschreven zou zijn – onverklaarbaar lang na zo’n wereldschokkende gebeurtenissen. Ook hier herhaalt Meijer alleen de gebruikelijke rationalisaties: dat het Paulus alleen te doen was om de verrezen Christus, en dat er pas behoefte ontstond aan het schriftelijk vastleggen van het verhaal toen de ooggetuigen met één been in het graf stonden.
Bij zijn bespreking van Paulus haalt Meijer ook de theorie over de verwachte tweede komst van de Christus aan, terwijl in Paulus’ brieven nooit sprake is van een tweede komst maar van de ‘blijde intocht’ (parousia) van de messias in de toekomst.
Het dieptepunt van dit boek is de zin (over de moord op Jacobus) ‘De jaloerse Joden zouden hem hebben vermoord.’ Men kan nog speculeren of ‘jaloerse joden’ of ‘enkele jaloerse joden’ verantwoordelijk zouden zijn voor de dood van Jacobus, maar met de zinsnede ‘De jaloerse Joden’ plaatst Meijer zich op de lijn van degenen die beweren (in het spoor van het Johannesevangelie) dat DE Joden – met zijn allen en voor eeuwig – schuldig zijn aan de moord op Jezus, de vreselijke uitspraak die aan de basis ligt van eeuwenlang christelijk antisemitisme.
De bibliografie aan het einde van het boek bevestigt nogmaals Meijers conservatieve bias. De beste studies die de voorbije jaren verschenen zijn over het ontstaan van het Christendom (Beck, Wilson, Segal, Crossan & Reed, …) ontbreken. Dat de boeken die Meijer wel geraadpleegd heeft zo’n zouteloos praatje opleveren is niet verwonderlijk.
Als waar nieuws goed nieuws is, dan is er slechts één evangelist, namelijk Josephus. Marcus, de eerste van de vier evangelisten van het Nieuwe Testament, heeft een fantastisch verhaal gecomponeerd om de Romeinen te misleiden door de actie 40 jaar te verplaatsen, de (oorlogs)omstandigheden te verdoezelen en als apotheose een goeddeels fictief lijdensverhaal neer te schrijven. Door toedoen van latere christelijke schrijvers, die hinderlijke vroegchristelijke geschriften deden verdwijnen en vervalsingen toevoegden aan bestaande geschriften is de oorspronkelijke vervalsing van Marcus ‘gebetonneerd’, en door de overheersende positie van het Christendom doorheen de geschiedenis is de historisch onvatbare Jezus van de evangeliën blijven voortbestaan. Dat kerkleiders dit mythische Jezusbeeld graag bestendigen is begrijpelijk, maar dat historici zich nog steeds vergapen aan deze rammelende constructie is dat veel minder. ( )
  Frans_J_Vermeiren | Apr 17, 2016 |
Niet altijd even makkelijk te lezen, maar wel een interessante kijk op de historische persoon Jezus in een breed tijdsbeeld van toen. ( )
  janpietwijn | Jan 22, 2016 |
2 sur 2
aucune critique | ajouter une critique
Vous devez vous identifier pour modifier le Partage des connaissances.
Pour plus d'aide, voir la page Aide sur le Partage des connaissances [en anglais].
Titre canonique
Titre original
Titres alternatifs
Date de première publication
Personnes ou personnages
Lieux importants
Évènements importants
Films connexes
Épigraphe
Dédicace
Premiers mots
Citations
Derniers mots
Notice de désambigüisation
Directeur de publication
Courtes éloges de critiques
Langue d'origine
DDC/MDS canonique
LCC canonique

Références à cette œuvre sur des ressources externes.

Wikipédia en anglais

Aucun

Aucune description trouvée dans une bibliothèque

Description du livre
Résumé sous forme de haïku

Discussion en cours

Aucun

Couvertures populaires

Vos raccourcis

Évaluation

Moyenne: (3.5)
0.5
1 1
1.5
2
2.5
3 1
3.5
4 3
4.5
5 1

Est-ce vous ?

Devenez un(e) auteur LibraryThing.

 

À propos | Contact | LibraryThing.com | Respect de la vie privée et règles d'utilisation | Aide/FAQ | Blog | Boutique | APIs | TinyCat | Bibliothèques historiques | Critiques en avant-première | Partage des connaissances | 206,521,968 livres! | Barre supérieure: Toujours visible