AccueilGroupesDiscussionsPlusTendances
Site de recherche
Ce site utilise des cookies pour fournir nos services, optimiser les performances, pour les analyses, et (si vous n'êtes pas connecté) pour les publicités. En utilisant Librarything, vous reconnaissez avoir lu et compris nos conditions générales d'utilisation et de services. Votre utilisation du site et de ses services vaut acceptation de ces conditions et termes.

Résultats trouvés sur Google Books

Cliquer sur une vignette pour aller sur Google Books.

Chargement...

Monsieur Hawarden (1935)

par Filip de Pillecyn

Autres auteurs: Voir la section autres auteur(e)s.

MembresCritiquesPopularitéÉvaluation moyenneDiscussions
253917,746 (2.83)Aucun
Aucun
Chargement...

Inscrivez-vous à LibraryThing pour découvrir si vous aimerez ce livre

Actuellement, il n'y a pas de discussions au sujet de ce livre.

3 sur 3
“Filip De Pillecyn (Hamme aan de Durme, 25 maart 1891 – Gent, 7 augustus 1962) was een Vlaams schrijver en actief in de Vlaamse Beweging. Hij was een van de medeoprichters van de IJzerbedevaart en werd vanwege zijn associatie met het VNV en DeVlag na de Tweede Wereldoorlog veroordeeld wegens collaboratie”, aldus de eerste woorden van het lemma https://nl.wikipedia.org/wiki/Filip_De_Pillecyn over de schrijver op Wikipedia.

Al goed dat dat van die “Vlaamse schrijver” toch nog in de eerste zin stond, kwestie van duidelijk te maken dat hij toch wat meer was dan een veroordeelde, want vervolgens is het nóg een zin wachten vooraleer dit komt: “Zijn bekendste boek is ‘Monsieur Hawarden’ dat ook verfilmd werd. Filip De Pillecyn werd door Gerard Walschap beschouwd als ‘De Prins der Nederlandse Letteren’”.

Dit “bekendste boek” is het onderwerp van deze boekbespreking, al zou ik daar meteen durven aan toevoegen dat de schrijver – overigens veroordeeld wegens, stel je voor, “een rijke culturele bedrijvigheid”, wat toch wel schandalig is in een land als belgië – voor zover ik weet bekender is vanwege wat Wikipedia dan toch “zijn meesterwerk” noemt, Mensen achter de dijk. Maar dát boek werd nooit verfilmd wat het voor de cultureel minder bedrijvige lezer misschien minder bekend maakt dan het dus door Harry Kümel verfilmde Monsieur Hawarden.

En waar Mensen achter de dijk handelt over de omgeving waaruit De Pillecyn afkomstig is, Hamme, “het klassieke ellendedorp in het Vlaanderen van voor de Eerste Wereldoorlog” zoals het her en der op het internet heet, handelt Monsieur Hawarden over één personage in het bijzonder in een andere omgeving die De Pillecyn vrij goed leerde kennen: Malmédy. Dat blijkt niet alleen uit een van zijn andere boeken, Hans van Malmédy (geschreven in 1935, hetzelfde jaar waarin hij Monsieur Hawarden schreef – toen was hij trouwens al een tweetal jaar verhuisd naar Mechelen), maar ook uit zijn beschrijvingen van de dorpjes en de natuur rond Pont, eigenlijke plaats van de actie en tegenwoordig een van de dorpen binnen de Malmédyse (zeg je dat zo?) deelgemeente Bellevaux-Ligneuville.

De Pillecyn beschouwt de streek als een deel van de Eifel – onder Pruisisch bestuur heetten Bellevaux en Ligneuville overigens respectievelijk Schönenthal en Engelsdorf –, wat klopt als je de Hoge Venen als onderdeel van die Eifel beschouwt (wat ze aardrijkskundig slechts ten dele zijn), maar zelfs dan is de streek ten hoogste een van de uiterste uitlopers van die Eifel: hier geen bergen dus (zelfs geen “bergen” van Eifel-hoogte), maar heide, berkenbosjes en heuvels. Een perfecte achtergrond voor het door en door vereenzaamde personage “monsieur” Hawarden.

Dat personage is, aldus https://nl.wikipedia.org/wiki/Monsieur_Hawarden_(film) weer Wikipedia, “gebaseerd op waargebeurde feiten, vermeld in de memoires van een zekere Alexandre Micha (…) Alex Micha is als jongen het enige gezelschap van een wereldvreemde, mysterieuze aristocratische vreemdeling, Monsieur Hawarden (…). Die is afkomstig uit Parijs en heeft zich gevestigd in het dorpje Ligneuville nabij Malmedy. In werkelijkheid is Monsieur Hawarden een vrouw, Mériane Gillibrand, maar tot aan haar dood bewaart ze dit geheim, ook voor Alex Micha (…) Enkel haar trouwe huishoudster Victorine is ervan op de hoogte en bewaart mede het geheim. Monsieur Hawarden heeft een moord op haar geweten en met deze travestie wil ze ontsnappen aan de vervolging voor dat misdrijf (…) Uiteindelijk pleegt ze zelfmoord, omdat ze de vervreemding niet meer aankan. In werkelijkheid stierf ‘Monsieur Hawarden’ aan verwondingen aan haar longen. Pas na haar dood werd haar ware identiteit achterhaald.”

Dat gezegd zijnde: verwacht u in de versie van Filip De Pillecyn niet aan een spannend verhaal, aan een moord, een ontsnapping, of het bijna betrapt worden van een als man verklede vrouw. Het enige waar u zich aan mag verwachten is een ronduit prachtige “novelle”, een boek met zo goed als geen dialoog (de film heeft er noodgedwongen wat meer), maar met zo’n finesse en fijngevoeligheid geschreven dat niet alleen het hoofdpersonage maar ook de schrijver een vrouw zou kunnen wezen. En aan de andere kant is het verhaal dan weer zó krachtig neergepend dat de auteur niets anders dan een man kan zijn. Ik heb – schande over mij, te meer daar ik in Moerzeke, deelgemeente van De Pillecyns Hamme woon – nog geen van zijn andere boeken gelezen (daar komt verandering in, beloofd), maar de hele stijl past ook nog eens bij het personage.

Dit begin, bijvoorbeeld: “Het was een natte lentemorgen toen monsieur Hawarden te Pont aankwam, waar hij nu verblijft in het grote, grijze, vierkante huis dat de oude rentmeester Deschamps heeft omgebouwd. De rentmeester en zijn vrouw schenen hem van ouds te kennen. Zij waren eerbiedig en vertrouwd en toen monsieur Hawarden bijna dadelijk alleen wenste te zijn en niets tot zich nam van het sterke ontbijt dat voor hem was klaar gezet drongen zij niet aan. Monsieur Hawarden ging naar zijn kamers op de verdieping. Vier kamers had hij besproken in het holle huis. En toen hij zag dat al zijn koffers gerijd stonden ging hij een ogenblik voor het venster staan. Hij zou hier blijven wonen tot hij stierf. En hij keek rond om zich, naar zijn koffers, bezag zijn handen die smal waren en lang en staarde ver weg, over de bomen, over de vallei waarin de Amel loopt. Zeer ver weg keek monsieur Hawarden. Hij wilde niet geholpen worden bij het uitpakken. Voor zijn huishouding zou de gezonde grijze vrouw van de rentmeester zorgen. Maar uitpakken deed monsieur Hawarden helemaal alleen.” Zo strak zowel het weer, het huis en zijn omgeving, het hoofdpersonage en zijn vooruitzichten, en een aantal randpersonages voorstellen, daar moet je inderdaad “De Prins der Nederlandse Letteren” voor zijn (geen idee trouwens wie dan wel de koning was).

En dan dat geleidelijk verder gaan van die “handen die smal waren en lang”, duidelijk bedoeld om het vrouwelijke van het personage aan te geven, naar het moment waarop je er niet meer rond kan dat “monsieur” Hawarden effectief een vrouw is (tot op dat moment zou je, in onze tijden, nog kunnen denken dat hij homo- en even later zelfs pedofiel is): “Een fijn edel hoofd met tengere lijnen waarover het bruine haar lag dat een schemer van de eerste grijsheid aan de slapen vertoonde. Zeer dikwijls streelde hij zijn haar met zijn lange, heldere vingers”. “Monsieur Hawarden heeft zich met veel zorg gekleed. Lang heeft hij de zuivere witte das geëffend en goed toegezien dat de hoed rijzig staat. Hij is als een amazone, met hoog gekapte laarzen van licht leder en traag openwuivende jaspanden. En de korte rijzweep schijnt een voorwendsel tot sierlijke beweging van arm en hand”. “Zeer zacht zingt monsieur Hawarden, als met een diepe vrouwenstem”. “Monsieur Hawarden heeft een koffertje gehaald uit een zijkamer. En met achteloze hand neemt hij er de juwelen uit en houdt ze tegen den doffen schijn van de ondergaande zon”. “De kleren geuren zwak en verstorven en de zijde van de voering glanst doods. Hij gaat de rij af en soms is het of hij wankelt. Hij staat erbij, tenger nu in het wijde huiskleed, en de terugvallende mouwen laten zijn opgeheven armen bloot. Die zijn zacht, zonder den schemer van haar, met blauwen schijn van aders”. “Hij legt zijn arm op het hoofdkussen alsof hij geen man was en de vrouw ondergaat een gevoel van berustende vertrouwdheid”. En uiteindelijk, na dat alles (stel je voor dat je niet, zoals ondergetekende, vooraf weet dat “monsieur” Hawarden een vrouw is), tóch nog die o zo subtiele overgang naar het vrouwelijke grondpersonage: “Die koffers zijn vol kleren. Zij zijn geheimzinnig in hun ongewonen vorm, de vrouwenkleren uit de koffers van monsieur Hawarden. Zijn vingers gaan strelend over de stof en hij drukt ze tegen zijn gelaat : een verre geur, een herinnering aan geur. Een kleed heeft hij niet teruggelegd. Het is verblindend wit. En uit een anderen koffer krijgt hij linnen, fijn, zeldzaam fijn. Hij weegt het op zijn vingers en ziet trots hoe zijn bleke hand er als een donkere schaduw door is. En nu kleedt monsieur Hawarden zich uit. Hij trekt zijn mannenkleren uit. En het zacht-linnen hemd rukt hij open. Haar borsten schijnen te leven in de magere handen. En weldra glijden de kleren over haar schouders, over de gebogen lijn van de heupen. Laag uitgesneden in den rug is het kleed. De rug is week en trots. En over de kleine voeten schuift zij de schoentjes die glinsteren als van zilver en zij richt zich op en staart met vreemde ogen op haar vernieuwde schoonheid.”

Verdomme, zeg, zó kunnen schrijven! En die passage dan laten volgen door een brief van “monsieur” aan haar moeder, waarin ze het heeft over “dien vreselijken nacht waarop een einde kwam aan het huwelijk dat mij werd opgedrongen”. Een gegeven dat eigenlijk al was aangekondigd tijdens een bezoek van “monsieur” aan een van de vrouwen uit de buurt: “In monsieur Hawarden’s gedachten komt brandend de verbeelding van de onvruchtbare drift in deze kamer. Van de woedende omhelzingen waarover niet het mysterie ligt van de voortzetting van het bloed. Het gelaat van de vrouw ligt rood in het ruwe zuivere kussen. Zij klaagt met haar ogen afgewend en drukt met een hand de trotse borst. De heiligenbeelden op de kast schijnen hulpeloos en nederig te getuigen in deze kamer waar de drift niet door onbewuste levensvernieuwing wordt aangestoken en gevierd.” Een gegeven dat later aangevuld wordt met: “Met wijdopen ogen nu, ogen die zo wild en ver kijken alsof zij niet zien en niet begrijpen, staart zij naar de linkerborst die mat welt uit de warmte van het kleed. Recht en vaal is het litteken boven de rose vlek die steunt op haar vingertoppen. Een vingerspits gaat angstig over de kleine zachte streep. Het doet geen pijn en toch houdt zij den adem in.” Van een moord spreekt De Pillecyn niet, maar het is wel volkomen duidelijk dat “monsieur Hawarden” gevlucht is voor een gewelddadige echtgenoot. Zoals het later ook duidelijk wordt dat dat litteken mogelijk slechts de buitenkant is van schade die aan haar longen is toegebracht: “Monsieur Hawarden hijgt een beetje, gezeten naast rentmeester Deschamps die hem bezorgd aankijkt. Deze ziet hoe het fijne gelaat plots verbleekt, de mond staat pijnlijk. Monsieur Hawarden hoest kort en droog en in het witzijden zakdoekje dat hij voor de lippen brengt ligt een rode vlek. En op de neusvleugels die doorzichtiger schijnen te worden ligt als een mist van zweetdroppeltjes.”

Ik ben geneigd nog meer te citeren uit dit boekje van amper zestig bladzijden (uitgave van Boekengilde De Clauwaert – vzw uit 1952), maar ik moet er ergens mee ophouden, teneinde u er misschien toch nog toe te kunnen aanzetten dit boekje zelf op de kop te tikken en het te savoureren. Want savoureren, langzaam en aandachtig tot u nemen, is wat u met dit boekje hoort te doen. En de hemel danken dat de belze staat deze schrijver noch in de gevangenis van Dendermonde, noch in het Hechteniskamp van Lokeren, noch in de gevangenis van Sint-Gillis (Brussel) wist kapot te krijgen en hij zelfs tijdens zijn gevangenschap aldaar en ook nadien nog werken wist te schrijven. In mijn bibliotheek, tussen Triptiek van heimwee en berusting van Valère Depauw en Kampioen van zijn oudere broer J(oz)ef De Pillecyn in, zijn dat er behalve Monsieur Hawarden nog eens vijftien: Aanvaard het leven, Blauwbaard, De aanwezigheid, De boodschap, De rit, De soldaat Johan, De veerman en de jonkvrouw, Elizabeth, zijn gevangenisdagboek Face au mur, Hans van Malmédy, Kiespijn der ziel (een bundeling van zijn journalistieke werk), Mensen achter de dijk, Rochus, Schaduwen, en, ten slotte, Vaandrig Antoon Serjacobs. En dan ook nog het bruisende, samen met Ernest Claes geschreven, Twistgesprek tussen Demer en Schelde, natuurlijk. Dat laatste heb ik al eerder gelezen, maar zal ik graag nog eens opnieuw ter hand nemen om het te bespreken. En met de genoemde “novellen” en romans heb ik ook nog wel even mijn handen vol. Maar na deze “officiële” kennismaking heb ik in ieder geval volop zin gekregen om dat rijtje boeken te gaan verslinden. Ik durf van u hetzelfde hopen.

Björn Roose ( )
  Bjorn_Roose | Oct 14, 2021 |
Bijna onleesbaar, veel te pathetisch. Onbegrijpelijke worsteling, echt gedateerd. Duidelijk inspiratie op Orlanda van Woolf! ( )
  bookomaniac | Feb 28, 2010 |
De verfilming door Harry Kümel van een der mooiste novellen van Filip De Pillecijn was een uitzonderlijke gelegenheid tot het samenstellen van een dossier waarin twee kunstwerken, roman en film, met hun inspiratiebron, een ware maar niettemin mysterieuse geschiedenis, met elkaar worden geconfronteerd. De samensteller, filmrecensent Ivo Nelissen, maakte voor dit dossier een grondige studie van alle ter beschikking staande documenten over Monsieur Hawarden en was daardoor in staat de fictie, zoals ze in de mondelinge overlevering en door vroegere persartikelen voortleeft, van de tot nu toe achterhaalbare waarheid te onderscheiden. Belangrijker echter dan deze historiek is de mogelijkheid voor de lezer door deze uitgave de drie elementen, literatuur, film en werkelijkheid met elkaar te vergelijken en het scheppingswerk van twee kunstenaars, zoals het boven de werkelijkheid uitstijgt, te leren waarderen. Het 'dossier Monsieur Hawarden' biedt immers naast de documentaire studie met onuitgegeven documenten, de volledige novelle van Filip de Pillecijn en het volledige filmscenario volgens de definitieve decoupage met de juiste weergaven van alle dialogen. In het scenario wordt telkens verwezen naar de talrijke filmstills...
  losloper | Dec 4, 2009 |
3 sur 3
aucune critique | ajouter une critique

» Ajouter d'autres auteur(e)s (2 possibles)

Nom de l'auteurRôleType d'auteurŒuvre ?Statut
Filip de Pillecynauteur principaltoutes les éditionscalculé
Kuiper, JanIllustrateurauteur secondairequelques éditionsconfirmé

Appartient à la série éditoriale

Vous devez vous identifier pour modifier le Partage des connaissances.
Pour plus d'aide, voir la page Aide sur le Partage des connaissances [en anglais].
Titre canonique
Titre original
Titres alternatifs
Date de première publication
Personnes ou personnages
Lieux importants
Évènements importants
Films connexes
Épigraphe
Dédicace
Premiers mots
Citations
Derniers mots
Notice de désambigüisation
Directeur de publication
Courtes éloges de critiques
Langue d'origine
DDC/MDS canonique
LCC canonique

Références à cette œuvre sur des ressources externes.

Wikipédia en anglais

Aucun

Aucune description trouvée dans une bibliothèque

Description du livre
Résumé sous forme de haïku

Discussion en cours

Aucun

Couvertures populaires

Vos raccourcis

Évaluation

Moyenne: (2.83)
0.5
1 1
1.5
2 1
2.5
3 3
3.5
4
4.5
5 1

Est-ce vous ?

Devenez un(e) auteur LibraryThing.

 

À propos | Contact | LibraryThing.com | Respect de la vie privée et règles d'utilisation | Aide/FAQ | Blog | Boutique | APIs | TinyCat | Bibliothèques historiques | Critiques en avant-première | Partage des connaissances | 204,489,026 livres! | Barre supérieure: Toujours visible