Het eerste deel in de zebra-reeks beschrijft de toepassing bij het onderzoek naar kattenaids. Hoe worden steekproefgegevens verwerkt? En, hoe worden hypotheses getoetst? Met behulp van de statistiek kan op basis van steekproefgegevens bijvoorbeeld worden getoetst of kattenaids misschien vaker bij zwerfkatten voorkomt dan bij huiskatten. De statistische technieken die hierbij worden gebruikt zijn ook toepasbaar op tal van andere, vergelijkbare situaties. Hierdoor geeft dit boek ook algemeen inzicht in de vraag hoe uitspraken worden gefundeerd op experimentele gegevens. De heldere wijze waarop de statistische technieken worden behandeld maakt dat dit deel een geschikte inleiding is voor iedereen met belangstelling voor de toepassing van statistiek. Dit is het eerste deel van de Zebra-reeks, die wordt uitgegeven in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren en die bedoeld is voor vwo-leerlingen als invulling van de keuze-uren in hun curriculum. Ook genteresseerde lekenBehoren tot de doelgroep. De praktische situatie die als uitgangspunt van dit deel dient, is een onderzoek onder asielkatten. De vraag is hoeveel procent van de asielkatten in Nederland de ziekte "kattenaids" heeft, en hoe nauwkeurig dat percentage wordt vastgelegd door een steekproef. Later wordt onderzocht of er een verschil is tussen zwerfkatten en door de eigenaar gebrachte katten. Hier komt aan de orde hoe een hypothese moet worden getoetst. In het laatste hoofdstuk raken de schrijvers aan het probleem hoe de invloeden van twee parameters, leeftijd en zwerfverleden, te ontrafelen, maar dit wordt niet uitgewerkt. De kracht van de behandeling van deze standaard statistische problemen ligt in het heldere voorbeeld. Scholieren en leken zullen met dit materiaal hun eigen onderzoek op een verantwoorde wijze kunnen uitvoeren.Inhoudsopgave1. Een onderzoek 2. Populatie en steekproef 3. Eigenschappen van de steekproeffractie 4. Het toetsen van een hypothese 5. Het vergelijken van twee populatiefracties6. Het vergelijken van twee populatiegemiddelden 7. De eindopdracht