Photo de l'auteur

Geoff Dyer (1) (1958–)

Auteur de Jeff in Venice, Death in Varanasi

Pour les autres auteurs qui s'appellent Geoff Dyer, voyez la page de désambigüisation.

33+ oeuvres 5,400 utilisateurs 144 critiques

A propos de l'auteur

Geoff Dyer was born in Cheltenham in 1958. He currently lives in London.
Crédit image: Author Geoff Dyer at the 2015 Texas Book Festival. By Larry D. Moore, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=44646842

Œuvres de Geoff Dyer

Jeff in Venice, Death in Varanasi (2009) 700 exemplaires
Jazz Impro (1991) — Auteur — 597 exemplaires
The ongoing moment (2005) 480 exemplaires
The Missing of the Somme (1994) 290 exemplaires
Paris Trance (1998) 241 exemplaires
The Colour of Memory (1989) 143 exemplaires
The Search (1993) 94 exemplaires

Oeuvres associées

L'Amant de lady Chatterley (1960) — Introduction, quelques éditions13,578 exemplaires
Sons and Lovers (1913) — Introduction, quelques éditions9,463 exemplaires
Agneau Noir et agneau gris : Un voyage à travers la Yougoslavie (1941) — Introduction, quelques éditions1,689 exemplaires
Les 1001 tableaux qu'il faut avoir vus dans sa vie (2006) — Préface, quelques éditions488 exemplaires
Vivian Maier : Street Photographer (2012) — Avant-propos, quelques éditions406 exemplaires
The Abundance: Narrative Essays Old and New (2016) — Introduction, quelques éditions365 exemplaires
Pages from the Goncourt Journal (1962) — Avant-propos, quelques éditions332 exemplaires
Hontes : confessions impudiques mises en scène par les auteurs (2003) — Contributeur — 280 exemplaires
The Best American Travel Writing 2003 (2003) — Contributeur — 179 exemplaires
The Thinking Fan's Guide to the World Cup (2006) — Contributeur — 158 exemplaires
Granta 80: The Group (2002) — Contributeur — 146 exemplaires
Granta 79: Celebrity (2002) — Contributeur — 144 exemplaires
Four Letter Word: New Love Letters (2007) — Contributeur — 136 exemplaires
Granta 93: God's Own Countries (2006) — Contributeur — 135 exemplaires
Granta 91: Wish You Were Here (2005) — Contributeur — 134 exemplaires
The Bad Side of Books: Selected Essays of D.H. Lawrence (2019) — Directeur de publication — 110 exemplaires
Give Our Regards to the Atomsmashers! Writers on Comics (2004) — Contributeur — 106 exemplaires
The Dylan Companion: A Collection of Essential Writing About Bob Dylan (1990) — Contributeur, quelques éditions96 exemplaires
Ox-Tales: Fire (2009) — Contributeur — 80 exemplaires
McSweeney's Issue 44 (McSweeney's Quarterly Concern) (2013) — Contributeur — 49 exemplaires
A Book of Two Halves: New Football Short Stories (1996) — Contributeur — 30 exemplaires
Granta 159: What Do You See? (2022) — Contributeur — 28 exemplaires
Tom Hunter: The Way Home (2003) — Postface — 21 exemplaires

Étiqueté

1001 (139) 1001 livres (142) A lire (1,465) Adultère (115) Amour (112) anglais (211) Angleterre (310) Anthologie (97) art (190) Balkans (142) Biographie (122) Britannique (371) Classique (645) Classiques (730) D. H. Lawrence (198) essais (443) Fiction (3,076) Granta (115) Histoire (311) Littérature (739) Littérature anglaise (425) Littérature britannique (362) Livre électronique (130) Lu (284) Modernisme (127) Musique (138) Mémoires (172) Non lu (233) non-fiction (577) Photographie (305) Possédé (131) Roman (107) Roman (675) Romance (267) Sexe (96) Sexualité (119) Voyage (485) XXe siècle (431) Yougoslavie (163) Érotisme (174)

Partage des connaissances

Membres

Critiques

This book is a delight. I've never read Geoff Dyer but I'm looking forward to his other books. Don't quite know how to explain it--sort of Everyman goes on an aircraft carrier. Funny and informative. Deeply moving in parts. I loved it. It's kind of nice to read something by someone who likes Americans, I know this was written a few years ago so I hope he hasn't changed his mind. Also, there is a picture of him in the book and on the jacket cover but for some reason I saw and heard him in my mind as John Oliver. It sort of made the book even more fun.… (plus d'informations)
 
Signalé
dhenn31 | 6 autres critiques | Jan 24, 2024 |
But Beautiful van Geoff Dyer belooft ons verhalen over de binnenkant van de jazz. Het is geen dik boek, 223 pagina’s maar het bracht mij toch meer dan verwacht.

Dyer wist aanvankelijk niet in welke vorm hij dit boek moest gieten. Daarom hield hij het maar dicht bij wat in zijn onderwerp zo belangrijk is, improvisatie. Hij beschrijft de levens van negen jazzlegendes, of delen daaruit. Gebaseerd op bekende of soms legendarische episoden of anekdotes, maar, zo zegt Dyer in zijn voorwoord;

Daarvan geef ik mijn eigen versies door de feiten min of meer globaal te vermelden en te improviseren en het oorspronkelijke thema in sommige gevallen geheel los te laten. Dit betekent dat ik de waarheid nogal eens geweld aan doe maar tegelijkertijd…het aan de vorm inherente voorrecht van improvisatie in ere houd.

Het ligt tussen feit en fictie in dus, maar dat levert een uiterst leesbaar boek op. De hoofdstukken worden afgewisseld door een road-trip van bandleider Duke Ellington en saxofonist Harry Carney, die op weg zijn naar een optreden ergens in de Verenigde Staten.

Zo is er het verhaal over Lester Young ofwel ‘Pres’ (zie ook mijn vorige bespreking) die wegkwijnt op zijn hotelkamer. Hij zou niet oud worden, net als Billie Holiday met wie hij zo vaak samenwerkte. Drank, dope en gevangenschap; het speelt bij zoveel jazz-muzikanten een rol. Dyer laat Young hierover nadenken;

De kwestie was niet dat jazz-muzikanten eerder doodgingen, ze werden gewoon sneller oud. Ze hadden duizend jaren geleefd in de nummers die ze hadden gezongen…

Dyer komt later in het boek nog terug op het feit dat zovelen jong stierven. Ik werd ook getroffen door het verhaal over pianist Thelonious Monk. Ik ken wel wat van zijn muziek, maar stond nooit stil bij wat voor man het was en hoe zijn muziek tot stand kwam. Het was een volstrekt oorspronkelijk musicus en Dyer’s beschrijving helpt bij het beluisteren van zijn muziek;

Hij speelde elke noot alsof hij stomverbaasd was over de voorafgaande, alsof hij elke keer dat zijn vingers de toetsen aanraakten, een fout corrigeerde en die aanraking op haar beurt weer een fout werd die moest worden gecorrigeerd…Soms leek het nummer binnenstebuiten gekeerd of volledig opgebouwd uit vergissingen.

Monk kon ook tijdens de solo van een van zijn bandleden opstaan om een dansje te maken, of naar iemand toelopen om hem wat in zijn oor te fluisteren. Zoek op Youtube eens op ‘Thelonious Monk Quartet, Copenhagen, Denmark April 17th, 1966 (colorized)’. Daar is het allemaal te beluisteren en te zien, het is prachtig materiaal.

Dyer vertelt het tragische verhaal van pianist Bud Powell die in een psychiatrisch ziekenhuis belandt en het verhaal van Ben Webster, de saxofonist met die volle ronde tonen, maar die ook fluisterzacht kon spelen. Het is één van mijn favoriete jazz-musici en ik koester zijn elpee waarin hij samen met Coleman Hawkins speelt. Hier wil Dyer in zijn beschrijvingen wel eens prettig ‘over the top’ gaan als hij beschrijft hoe een eenzame Ben Webster in de haven van Kopenhagen voor zich uit saxofoon zit te spelen;

Op een keer doken juist onder het wateroppervlak twee walvissen op en luisterden naar de getijderoep van de blues alvorens weer onder de golven te verdwijnen, zijn klanken met zich meevoerend naar de diepten van de oceaan. Als iemand hem daarvan vertelde, huilde hij en voelde hij de duistere verwantschap tussen de ene bedreigde diersoort en de andere.

Het verhaal over bassist Charles Mingus is ook mooi. De ‘angry man of jazz’ was berucht om zijn temperament zowel op als naast het podium. Duke Ellington verzocht hem op te stappen uit zijn band (Duke ontsloeg nooit iemand) toen Mingus trombonist Tizol op het podium achterna had gezeten met een bijl. Het is een prachtig verhaal en u kunt hier de details nog eens nalezen, het zegt iets over de mens Mingus. Er zit weinig nuance aan en ook niet te nuanceren was dat hij daadwerkelijk zijn eigen bandleden op het podium uitkafferde als er iets niet goed ging, of het publiek als iets hem niet zinde. Hij heeft zijn dure bas wel kapot gesmeten en is daarmee de voorloper van bands als The Who die daar een act van maakten. Maar laten we niet vergeten dat Dyer ook ruim baan geeft aan de unieke muzikant die hij ook was en hoe hij zijn bas bespeelde;

Sommige muzikanten bespeelden de bas als een beeldhouwer die noten uit een log stuk steen hakt; Mingus bespeelde hem als een worstelaar. Hij wierp zich er bovenop, werkte van binnenuit, greep hem bij zijn hals en plukte aan de snaren alsof het ingewanden waren. Zijn vingers waren zo sterk als een nijptang.

Mingus vond een verwant in altsaxofonist Eric Dolphy en was kapot toen Dolphy aankondigde na hun Europese tournee in Europa te willen blijven. Mingus componeerde daarop ‘So Long, Eric’ als afscheid, wat ze samen op die tournee ook speelden. Hij wist niet dat het een requiem zou worden omdat Dolphy nog geen drie maanden erna overleed aan complicaties van een genegeerde suikerziekte. Kijk op Youtube eens naar ‘Jazz Icons Charles Mingus Live in ‘64’. Daar spelen ze nog samen op die tournee.

Dyer beschrijft ook het leven van alt-saxofonist Art Pepper, ook zwaar drugsverslaafd en de evenzeer verslaafde Chet Baker, die in Amsterdam om het leven kwam, vermoedelijk na een val uit het raam van zijn hotel. Hij sluit af met een paar korte hoofdstukken over de ontwikkeling van de jazz en het belang om, als beginnend jazz-liefhebber, die muziek het liefst chronologisch te beluisteren. Dat heeft een reden;

Jazz komt het best tot zijn recht als je je aan de chronologie houdt (Parker lijkt minder indrukwekkend als je hem beluistert na de uithalen van Pharoah Sanders). Meer zelfs als we hun platen zelf nooit hebben gehoord, klinken Louis Armstrong, Lester Young, Coleman Hawkins, Art Tatum en Bud Powell door in bijna elk jazznummer waar we op stuiten. Als we besluiten om naar Bud Powell te luisteren, is het moeilijk in te zien wat er zo bijzonder aan hem is: hij klinkt als elke andere pianist (maar wat we bedoelen, is dat elke andere pianist klinkt als Bud Powell).

Er valt nog veel meer te vertellen over een toch niet zo’n dik boek, maar gaat u dat vooral zelf lezen. Ook als je niet per se een jazzliefhebber bent zijn de verhalen vaak erg de moeite waard.

Vertaling; Rob van Moppes
… (plus d'informations)
 
Signalé
Koen1 | 12 autres critiques | Jan 22, 2024 |
Affectionate musings from the rich-musing Geoff Dyer about “Where Eagles Dare”, a spectacular and dramatic film from the peak of the World War II movie genre. It doesn’t sound like the film was very highly valued by many of those involved, but Dyer loves it. He also feels the need to justify his liking and defend the movie from the assumed art-house sensibilities of his highbrow readership. Fair enough, there’s nothing wrong with an enjoyable romp, which is also the right categorisation of this short book. Analysis is thin here, nostalgia thick. The film itself evidently anticipates Tarantino’s horrible fantasy in fitting the war to its own preferred storylines rather than sticking to history or plausibility.… (plus d'informations)
 
Signalé
eglinton | 3 autres critiques | Dec 31, 2023 |
Self-indulgent, discursive, but also witty, introspective, and honest. You either like it or you don't, and I did. He jumps from topic to topic with each paragraph, but faithfully returns to the theme he's exploring, which is "endings". That could be the end of an era, a relationship, a movement, a career, a life. I didn't like every part of it, but I liked it as a whole.
 
Signalé
adamhindman | 3 autres critiques | Dec 11, 2023 |

Listes

Prix et récompenses

Vous aimerez peut-être aussi

Auteurs associés

Statistiques

Œuvres
33
Aussi par
23
Membres
5,400
Popularité
#4,619
Évaluation
½ 3.6
Critiques
144
ISBN
246
Langues
13

Tableaux et graphiques